In Coronatijd gaan veel dingen anders dan we gewend zijn. Zolang er nog geen werkzame stof is gevonden tegen het virus, moeten we er alles aan doen om te voorkomen dat we ziek worden.
Om deel te kunnen nemen aan de activiteiten bij Handen Ineen is het noodzakelijk dat je het Deelname Protocol kent en daarnaar handelt als je komt. De afspraken per activiteit vind je bij 'ACTIVITEITEN'.
Om deel te kunnen nemen aan de activiteiten bij Handen Ineen is het noodzakelijk dat je het Deelname Protocol kent en daarnaar handelt als je komt. De afspraken per activiteit vind je bij 'ACTIVITEITEN'.
DEELNAME PROTOCOL
om activiteiten bij Stichting Heemskerk Handen Ineen VEILIG op te starten per 7 september 2020
Naar Handen Ineen gaan…
Meenemen:
Binnenkomen
Bij openen van de buitendeur zie je of er iemand in de hal staat.
niemand ? dan naar binnen
iemand ? dan buiten wachten tot de voorganger de zaal in is gegaan.
!! Na binnenkomst hang je je jas op en was je eerst je handen in het grote toilet of je gebruikt de hand-gel die je zelf hebt meegenomen (voor ieders veiligheid). Daarbij laat je de deur van het toilet wijd open zodat nieuwkomers zien dat anderhalve meter nog niet mogelijk is.
In de zaal
In de zaal ga je rechts (tegen de klok in) en je loopt om de tafel. Je neemt plaats op anderhalve meter naast je voorganger. Probeer onnodig passeren te voorkomen.
Houd steeds hetzelfde rondje aan als je je verplaatst in de zaal: à tegen de klok in. Ook al moet je daarvoor het hele rondje gaan. Je loopt dan altijd achter iemand en niet iemand tegemoet.
Materiaal pakken
Bij ambachtelijke activiteiten zullen de materialen op de leestafel of in de werkplaats zijn geplaatst. Heb je tijdens je werk iets nodig, volg je de route in de zaal naar de materialen/werkplaats, pak wat je nodig hebt en vervolg je rondje tot je je eigen plaats in de zaal weer hebt bereikt.
Koffie
Eén persoon per groep zet de koffie in thermoskannen op de bar. Suiker/melk zet hij/zij daar ook neer. Zin in koffie? Je volgt (met eigen kopje/mok) de route in de zaal, pak je koffie/thee en vervolg je rondje tot je je eigen plaats weer hebt bereikt.
Toiletgebruik
Om te gaan volg je weer de routing in de zaal.
Zoals de dames onder ons dat ongetwijfeld kennen (meenemen wat je denkt nodig te hebben), geldt dat nu ook voor de heren. Je neemt zelf mee wat je denkt nodig te hebben. Dus bijvoorbeeld een papieren wc-bril: zelf meenemen.
Na gebruik toilet à klep dicht (!) en doortrekken met de klep naar beneden en… handen wassen!
Het kleine toilet kan voorlopig niet worden gebruikt.
Vertrekken
Bij opruimen en weggaan volg je steeds weer de routing in de zaal. Ook als dat betekent dat je een paar keer rond moet gaan.
Eén persoon van de groep ruimt de koffiespulletjes op in de keuken.
Telkens gaat 1 persoon naar de hal. Pas als die buiten is gaat de volgende.
Thuis
Eenmaal weer thuis, was je (nu voor eigen veiligheid) weer je handen bij binnenkomst.
******************************************************************************************************************************************
om activiteiten bij Stichting Heemskerk Handen Ineen VEILIG op te starten per 7 september 2020
Naar Handen Ineen gaan…
Meenemen:
- een eigen kopje, mok of glas. Thuis was je die zelf weer af.
- eventueel een tube desinfecterende hand-gel
- eventueel een mondkapje (wenselijk)
Binnenkomen
Bij openen van de buitendeur zie je of er iemand in de hal staat.
niemand ? dan naar binnen
iemand ? dan buiten wachten tot de voorganger de zaal in is gegaan.
!! Na binnenkomst hang je je jas op en was je eerst je handen in het grote toilet of je gebruikt de hand-gel die je zelf hebt meegenomen (voor ieders veiligheid). Daarbij laat je de deur van het toilet wijd open zodat nieuwkomers zien dat anderhalve meter nog niet mogelijk is.
In de zaal
In de zaal ga je rechts (tegen de klok in) en je loopt om de tafel. Je neemt plaats op anderhalve meter naast je voorganger. Probeer onnodig passeren te voorkomen.
Houd steeds hetzelfde rondje aan als je je verplaatst in de zaal: à tegen de klok in. Ook al moet je daarvoor het hele rondje gaan. Je loopt dan altijd achter iemand en niet iemand tegemoet.
Materiaal pakken
Bij ambachtelijke activiteiten zullen de materialen op de leestafel of in de werkplaats zijn geplaatst. Heb je tijdens je werk iets nodig, volg je de route in de zaal naar de materialen/werkplaats, pak wat je nodig hebt en vervolg je rondje tot je je eigen plaats in de zaal weer hebt bereikt.
Koffie
Eén persoon per groep zet de koffie in thermoskannen op de bar. Suiker/melk zet hij/zij daar ook neer. Zin in koffie? Je volgt (met eigen kopje/mok) de route in de zaal, pak je koffie/thee en vervolg je rondje tot je je eigen plaats weer hebt bereikt.
Toiletgebruik
Om te gaan volg je weer de routing in de zaal.
Zoals de dames onder ons dat ongetwijfeld kennen (meenemen wat je denkt nodig te hebben), geldt dat nu ook voor de heren. Je neemt zelf mee wat je denkt nodig te hebben. Dus bijvoorbeeld een papieren wc-bril: zelf meenemen.
Na gebruik toilet à klep dicht (!) en doortrekken met de klep naar beneden en… handen wassen!
Het kleine toilet kan voorlopig niet worden gebruikt.
Vertrekken
Bij opruimen en weggaan volg je steeds weer de routing in de zaal. Ook als dat betekent dat je een paar keer rond moet gaan.
Eén persoon van de groep ruimt de koffiespulletjes op in de keuken.
Telkens gaat 1 persoon naar de hal. Pas als die buiten is gaat de volgende.
Thuis
Eenmaal weer thuis, was je (nu voor eigen veiligheid) weer je handen bij binnenkomst.
******************************************************************************************************************************************
Aan het begin van de Coronacrisis zijn er in de periode maart t/m mei 2020 totaal NEGEN Nieuwsbrieven gemaakt waarvan twee Specials.
Elk van de Nieuwsbrieven gaf relevante (hulp) telefoonnummers én er was ook wat verstrooiing in de vorm van een verhaaltje uit vroeger dagen of zomaar een 'weetje' dat leuk is om te lezen. De nieuwsbriefjes kwamen van begin maart tot begin juni, per e-mail of werden thuisbezorgd als er geen e-mail is. Ook niet-deelnemers bij Handen Ineen konden de Nieuwsbrieven (digitaal) ontvangen. |
Telefoonnummers voor als je die nodig mocht hebben.... (laatste update = nieuwsbrief 3 april jl.)
- de speciale KBO-PCOB Ouderen-Infolijn: 030-3 400 600
- ANBO (ouderenbond): speciale telefoonlijn: 0348-466666 dagelijks 09.00-21.00 uur
- Rode Kruis Hulplijn: 070-4455 888 dagelijks 09.00-21.00 uur
- Luisterlijn: 0900 0767
- Ouderen infolijn: 030 3400600 ma t/m vrij 09.00-17.00 uur
- Mind korrelatie (voor als je het geestelijk moeilijk hebt) Tel.: 0900-1450 op werkdagen 09.00-18.00 uur:
- Niet alleen (met evangelische achtergrond)
Als je dit nummer belt word je doorverbonden met een lokale organisatie of kerk.
0800-1322 ma t/m vrij 09.00-21.00 za-zo 09.00-20.00 uur - Maaltijden in het verzorgingstehuis?
ViVa! Ledenservice op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur : Telefoon: 088 - 995 88 22
e-mail: ledenservice@vivazorggroep.nl
- BUUV/steunpunt vrijwilligers Heemskerk op ma-woe-vrij ochtend: 0251 731700 of digitaal met: ijmond.buuv.nu/coronahulp
- Sociaal Team Heemskerk op werkdagen 09.00-13.00 en 14.00-17.00 uur 088-8876970
e-mail: info@sociaalteamheemskerk.nl
_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
REACTIES VAN DEELNEMERS op de Nieuwsbrief Special mét verrassingen:
Wat een leuk verrassing pakket heb ik gekregen vanmiddag. Komt goed van pas is weer eens wat anders dan lezen en puzzelen. Bedankt en groetjes van Leida Geers-Buzing Hartelijk dank bestuur voor jullie Pretpakket, we zullen er mooie dingen mee maken. In deze tijden van de Coronavirus komt het echt als een geschenk. Met vriendelijke groet Thérèse Tiddens. blij met het pretpakket de bouwplaten ga ik uitproberen en de lijm is ook heel handig voor kaarten maken dank jullie wel! antje |
Leuk, die attentie. Elk stapje wat de ouderen hun zelfrespect teruggeeft is goed. In plaats van dat ze nu de zwarte piet krijgen toe gespeeld voor alle ellende. Top! Groetjes Ineke
Wat een verrassing: een pakketje van Handen Ineen!
Wat hebben jullie daar veel werk aan gehad! En wij kunnen weer knutselen, hartelijk bedankt!
Bijzonder verrassend was, dat er een stukje van mijn herinneringen in het blaadje stond. Met aanvullingen van foto's, heel leuk! Het is duidelijk niet alleen mijn herinnering. Ook daarvoor dank.
We worden niet vergeten, dat is duidelijk en daar dank ik al degenen voor, die dit idee hebben bedacht en uitgevoerd. We hebben veel om dankbaar voor te zijn, vooral dat we naar buiten mogen! Heerlijk en prachtig is het nu!
Heel veel liefs en een goede gezondheid!!! Tess
Hartelijk dank voor de creatieve nieuwsbrief en de verrassing heel welkom !
De grootste uitdaging wordt de oogjes op zijn plaats te krijgen .
Maaaar het gaat lukken .
Heel hartelijk dank we houden ons maar aan de regels en hopen elkaar tzt in goede gezondheid te ontmoeten .
Nogmaals hartelijke dank.
Lieve groeten en graag tot ziens, Ans Heinis-Hoogervorst
Dat is met recht een bijzondere nieuwsbrief geworden en heel verrassend!!!
Ik ga meteen aan de slag, hartstikke leuk!!!
Hartelijk dank voor dit bijzondere initiatief!!
Met vriendelijke groet, Ans de Jong
Wat een geweldige club is “ Handen Ineen “
Hartelijk dank voor dit pretpakket. Jacques
Wat een verrassing gisteren, een doe pakket voor de invulling voor de vrije tijd
Het zijn toch zomaar de kleine dingen die het doen.
Het vogelhuisje is gereed en wij genieten van het doen.
voor het resultaat zie de bijlage
Het bijbehorend boekje met de beeldpuzzels en de bouwplaat.
maar alles natuurlijk op zijn tijd
Lieve mensen bedankt voor deze leuke geste. groeten Gerie Vleugel
Dankjewel voor het leuke vogelhuisje enz., ik heb het gelijk in elkaar geknutseld.
Groeten, Jacqueline Geleijns
Bij deze wil ik jullie bedanken voor de leuke attentie en voor de fijne nieuwsbrief.
Het wordt echt gewaardeerd.
Gr Truus de Looze
Hierbij dank ik jullie hartelijk voor de leuke attentie , heb ervan genoten.
Heel veel groetjes Jo Commandeur.
Bedankt voor het leuke verrassing pakket.
Met veel plezier het vogelhuisje gekleurd en in elkaar gezet. Nu ga ik de auto proberen.
De verhalen daar geniet ik van. Bedankt voor al het werk die jullie doen om ons blij te maken.
Héél veel groetjes van Annette Kievoet-Blom 🌹🙋😷❤️
Ik ga proberen een foto op te sturen.
Ik wil jullie bedanken voor de verassing die ik en vele met mij hebben ontvangen geweldig dat er zo aan mij/ons is gedacht het gaf mij natte ogen .
Veel liefs. Dien
Wat een leuke verrassing die grote enveloppe met inhoud. Hartelijk dank daarvoor.
Ook de diverse e-mails waarderen we zeer. We realiseren ons dat ook daar veel werk in gaat zitten.
Wat lief dat jullie zo aan ons denken in deze tijd. Maar we denken ook aan jullie hoor en missen de gezellige uren heel erg.
En nu maar wachten tot de camping weer open gaat, want dan moet er geknutseld en gekleurd worden voor de vogeltjes die dan om de caravan vliegen. We hopen vurig dat alle beperkingen spoedig voorbij zullen zijn en we wensen dat iedereen toch een heel fijne zomer mag hebben.
Met een hele grote groet en tot ziens in september, Dik en Thea Verkerk
Wat een verrassing: een pakketje van Handen Ineen!
Wat hebben jullie daar veel werk aan gehad! En wij kunnen weer knutselen, hartelijk bedankt!
Bijzonder verrassend was, dat er een stukje van mijn herinneringen in het blaadje stond. Met aanvullingen van foto's, heel leuk! Het is duidelijk niet alleen mijn herinnering. Ook daarvoor dank.
We worden niet vergeten, dat is duidelijk en daar dank ik al degenen voor, die dit idee hebben bedacht en uitgevoerd. We hebben veel om dankbaar voor te zijn, vooral dat we naar buiten mogen! Heerlijk en prachtig is het nu!
Heel veel liefs en een goede gezondheid!!! Tess
Hartelijk dank voor de creatieve nieuwsbrief en de verrassing heel welkom !
De grootste uitdaging wordt de oogjes op zijn plaats te krijgen .
Maaaar het gaat lukken .
Heel hartelijk dank we houden ons maar aan de regels en hopen elkaar tzt in goede gezondheid te ontmoeten .
Nogmaals hartelijke dank.
Lieve groeten en graag tot ziens, Ans Heinis-Hoogervorst
Dat is met recht een bijzondere nieuwsbrief geworden en heel verrassend!!!
Ik ga meteen aan de slag, hartstikke leuk!!!
Hartelijk dank voor dit bijzondere initiatief!!
Met vriendelijke groet, Ans de Jong
Wat een geweldige club is “ Handen Ineen “
Hartelijk dank voor dit pretpakket. Jacques
Wat een verrassing gisteren, een doe pakket voor de invulling voor de vrije tijd
Het zijn toch zomaar de kleine dingen die het doen.
Het vogelhuisje is gereed en wij genieten van het doen.
voor het resultaat zie de bijlage
Het bijbehorend boekje met de beeldpuzzels en de bouwplaat.
maar alles natuurlijk op zijn tijd
Lieve mensen bedankt voor deze leuke geste. groeten Gerie Vleugel
Dankjewel voor het leuke vogelhuisje enz., ik heb het gelijk in elkaar geknutseld.
Groeten, Jacqueline Geleijns
Bij deze wil ik jullie bedanken voor de leuke attentie en voor de fijne nieuwsbrief.
Het wordt echt gewaardeerd.
Gr Truus de Looze
Hierbij dank ik jullie hartelijk voor de leuke attentie , heb ervan genoten.
Heel veel groetjes Jo Commandeur.
Bedankt voor het leuke verrassing pakket.
Met veel plezier het vogelhuisje gekleurd en in elkaar gezet. Nu ga ik de auto proberen.
De verhalen daar geniet ik van. Bedankt voor al het werk die jullie doen om ons blij te maken.
Héél veel groetjes van Annette Kievoet-Blom 🌹🙋😷❤️
Ik ga proberen een foto op te sturen.
Ik wil jullie bedanken voor de verassing die ik en vele met mij hebben ontvangen geweldig dat er zo aan mij/ons is gedacht het gaf mij natte ogen .
Veel liefs. Dien
Wat een leuke verrassing die grote enveloppe met inhoud. Hartelijk dank daarvoor.
Ook de diverse e-mails waarderen we zeer. We realiseren ons dat ook daar veel werk in gaat zitten.
Wat lief dat jullie zo aan ons denken in deze tijd. Maar we denken ook aan jullie hoor en missen de gezellige uren heel erg.
En nu maar wachten tot de camping weer open gaat, want dan moet er geknutseld en gekleurd worden voor de vogeltjes die dan om de caravan vliegen. We hopen vurig dat alle beperkingen spoedig voorbij zullen zijn en we wensen dat iedereen toch een heel fijne zomer mag hebben.
Met een hele grote groet en tot ziens in september, Dik en Thea Verkerk
VERHAALTJES, ANEKDOTES, VERSJES EN ANDERE SCHRIJVERIJ...
In eerdere Nieuwsbriefjes vroegen wij de deelnemers om zelf in de pen te klimmen en bijvoorbeeld een ervaring of herinnering met ons te delen. Dat is gebeurd! De deelnemers zorgden voor 40 pagina's ! redactie. Na verspreiding, als bijlage bij Nieuwsbrief 9, zijn er nog enkele exemplaren beschikbaar.
Wil je ook een gratis boekje? Stuur een berichtje naar: handenineen@ziggo.nl
Gratis boekjes zijn beschikbaar zolang de voorraad strekt.
In eerdere Nieuwsbriefjes vroegen wij de deelnemers om zelf in de pen te klimmen en bijvoorbeeld een ervaring of herinnering met ons te delen. Dat is gebeurd! De deelnemers zorgden voor 40 pagina's ! redactie. Na verspreiding, als bijlage bij Nieuwsbrief 9, zijn er nog enkele exemplaren beschikbaar.
Wil je ook een gratis boekje? Stuur een berichtje naar: handenineen@ziggo.nl
Gratis boekjes zijn beschikbaar zolang de voorraad strekt.

Onze Nieuwsbriefjes worden gewaardeerd.
Ze geven niet alleen praktische informatie maar blijken ook een hart-onder-de-riem te zijn als je er minder of niet meer op uit kan en de visite moet wegblijven voor ieders bestwil.
Ook het Oranje Fonds waardeert wat wij doen. Met een financiële bijdrage van deze organisatie konden we twee Specials uitgeven waarbij wij o.a. ambachtelijke items (houten vogelhuisje en houten tol) mochten bijvoegen.
De deelnemers konden er creatief mee aan de slag! Ook zijn deelnemers zelf in de pen geklommen en samen schreven zij een boekje met verhaaltjes dat veel ouderen zal aanspreken. Het boekje was een gratis bijlage bij Nieuwsbrief 9. Mooi dat dat kon!
Nieuwsbrief 20 maart 2020
De zingende koopman
Het was een lange magere man. Hij had een fiets en een koffertje dat hij met een eenvoudig sisal touwtje om z’n hals droeg. Bij het fietsen wapperden de panden van zijn lange jas in de wind. Meestal kwam ie van rechts. Wanneer hij bij ons huis afstapte had hij het open stuk tussen Uitgeest en Heemskerk gefietst. Aanbellen hoefde hij niet; mijn moeder had hem al horen ‘zingen’ en als ze de deur opendeed frunnikte de koopman aan de sloten van zijn koffertje. Met beleid en uiterst voorzichtig klapje hij het deksel open en als de koffer helemaal goed op zijn buik hing, keek hij mijn moeder vol verwachting aan. De druppel aan zijn neus negeerde hij. De koffer zal vol met van alles. Garen en band en niet te vergeten: elastiek. Alle denkbare soorten elastiek voor kousen en directoires. De koopman had touw, aardappelschikmesjes, punaises, ijzerdraad maar ook ijzergaren en naalden. Natuurlijk had hij kaartjes ‘brad’ (stopwol) in de meest gangbare kleuren. Mijn moeder kocht bijna altijd elastiek; dat kwam wel van pas en biaisband, ook altijd goed. Naalden had ze niet altijd nodig maar ‘brad’ wel want er waren altijd genoeg sokken te stoppen. Terwijl mijn moeder haar keuze maakte haalde de koopman de mouw van z’n jas langs z’n neus. Als duidelijk was wat mijn moeder wilde kopen, maakte hij met een stompje potlood de rekening op. Het grauwe blaadje en het geld wisselden van hand en de koopman hief een nieuw lied aan terwijl hij zijn koffertje zorgvuldig sloot. |
Om te voorkomen dat z’n broekpijp tussen de fietsketting kam. Haalde hij z’n sok op en stopte daarbij z’n broekspijp in de sok die van breed elastiek was voorzien. Daarbij hing het koffertje bungelend in de weg. Dan pakte hij zijn fiets en met een zwaai van zijn been stapte hij op en fietste de weg weer op naar links. Zijn volgende klant was zeker iemand die in de Acht Zaligheden woonde; een rijtje huizen zonder land zo’n honderd meter verderop in de richting van Beverwijk.
De zingende koopman is niet meer. Hij moet in mijn herinneringen uit de beginjaren zestig al een van de laatste marskramers zijn geweest.
©Margreet Beemsterboer
De zingende koopman is niet meer. Hij moet in mijn herinneringen uit de beginjaren zestig al een van de laatste marskramers zijn geweest.
©Margreet Beemsterboer
Nieuwsbrief 27 maart 2020

Op de lat
Wij waren met z’n negenen thuis. Vader moeder en zeven kinderen. Er waren families waarvan de kinderen zo op elkaar leken dat direct duidelijk was ‘van wie of dat het er eentje was’. Dat was bij ons niet zo. Wij waren stuk voor stuk van de melkboer. Echt! Dus als mijn broer naar de slager werd gestuurd om anderhalf pond doorregen runderlappen en de slager vroeg:
“Ik zou wel zeggen…, van wie ben jij d’er een?”, dan antwoordde hij: “Van mijn vader en mijn moeder en ik heb geld bij me”.
Buiten de slager hoefden wij nooit boodschappen te doen. De groenteboer en de bakker kwamen aan huis en voor de rest hadden wij alles zelf. Naast de melkproducten verkochten mijn ouders ook kruidenierswaren. De meeste klanten voor kruidenierswaren hadden een boekje waarin de boodschappen wekelijks werden opgeschreven.
Elke week moesten de boekjes worden opgehaald. Niemand van ons vond dat leuk. Altijd moest je wachten omdat nog niet alles was opgeschreven. ‘Tante Vulpen’ bijvoorbeeld. Steevast moest die haar pen nog zoeken en als ze die gevonden had, nam ze plaats aan de keukentafel, schroefde de dop van de pen en begon te schrijven. Haar ronde bril stond op het puntje van haar neus en je zag dat ze zich toelegde op het schoonschrift dat het boodschappenboekje sierde. Het puntje van haar tong verdween pas weer in haar mond als ze alles wat ze dacht nodig te hebben had genoteerd en… tevreden was over het resultaat.
Alsof het de kroonjuwelen waren overhandigde ze het boekje dat, ook bij regenachtig weer, in een schoudertas meeging op de fiets de rest van de ventwijk door.
Thuisgekomen werden de boodschappen bij elkaar gezocht en, per klant, in een kartonnen doos gedaan. Kaas werd gesneden op het gewenste gewicht, suiker werd afgewogen maar koffie werd wel al verpakt verkocht. Schoonmaakmiddelen zoals groene zeep en soda waren bestsellers.
Dan werden de dozen in de VW-bus geladen en bracht mijn vader ze rond in wat bij ons thuis ‘de boerenhoek’ werd genoemd. Die strekte langs de hele Communicatieweg tot in Assendelft en langs de Kleis tot bijna in Uitgeest.
Denk niet dat er bij aflevering werd betaald. Dat was niet zo. Betalen deden de klanten pas als er geld was. En er was pas geld als de boeren zelf iets hadden verkocht. Dus hield mijn vader, net als de boeren zelf, de akkers in de gaten om te weten of er al werd geoogst. En ook of er vee klaar stond voor de markt op dinsdagochtend in Purmerend. Als dat het geval was dan werd ik er op uit gestuurd om geld op te halen. Ik kwam lang niet overal even gelegen maar ik liet me niet makkelijk wegsturen. Ik was me bewust van het feit dat er na een lange winter ook bij ons geld op de plank moest komen om de leveranciers te kunnen betalen.
De klanten kochten op de lat en mijn ouders deden hetzelfde. Tot er op een of andere manier weer een opbrengst was die een kettingreactie van betalingen in beweging bracht.
Dat gebeurde elk jaar. Elk jaar was er de onzekerheid of alles wel weer kon worden betaald. En, in het beste geval, of er genoeg was voor kleding, schoenen én… de doorregen runderlappen bij de slager.
In tijden van het Coronavirus kunnen we nog gewoon naar de supermarkt waar veel meer dan zeep en soda te koop is. De handvatten van de winkelwagentjes en de winkelmandjes zijn nog nooit zo schoon geweest.
In deze tijd mag niks meer mee ‘op de lat’. Betalen moet en je doet dat met een kaartje dat piept als het geld van eigenaar is gewisseld. Omdat niemand nu mag dringen, is er tijd. Tijd voor een praatje met de kassière (als je voor acht uur gaat). Tijd om je boodschappen thuis rustig uit te pakken. Tijd om te bedenken wat je gaat eten en… er is tijd om eens rustig te gaan zitten en met een mooie pen, in jouw mooiste handschrift, te gaan schrijven. Een boodschappenlijstje? Misschien, én misschien ook een kaartje met een hartelijke groet voor iemand waaraan je denkt.
©Margreet Beemsterboer
Wij waren met z’n negenen thuis. Vader moeder en zeven kinderen. Er waren families waarvan de kinderen zo op elkaar leken dat direct duidelijk was ‘van wie of dat het er eentje was’. Dat was bij ons niet zo. Wij waren stuk voor stuk van de melkboer. Echt! Dus als mijn broer naar de slager werd gestuurd om anderhalf pond doorregen runderlappen en de slager vroeg:
“Ik zou wel zeggen…, van wie ben jij d’er een?”, dan antwoordde hij: “Van mijn vader en mijn moeder en ik heb geld bij me”.
Buiten de slager hoefden wij nooit boodschappen te doen. De groenteboer en de bakker kwamen aan huis en voor de rest hadden wij alles zelf. Naast de melkproducten verkochten mijn ouders ook kruidenierswaren. De meeste klanten voor kruidenierswaren hadden een boekje waarin de boodschappen wekelijks werden opgeschreven.
Elke week moesten de boekjes worden opgehaald. Niemand van ons vond dat leuk. Altijd moest je wachten omdat nog niet alles was opgeschreven. ‘Tante Vulpen’ bijvoorbeeld. Steevast moest die haar pen nog zoeken en als ze die gevonden had, nam ze plaats aan de keukentafel, schroefde de dop van de pen en begon te schrijven. Haar ronde bril stond op het puntje van haar neus en je zag dat ze zich toelegde op het schoonschrift dat het boodschappenboekje sierde. Het puntje van haar tong verdween pas weer in haar mond als ze alles wat ze dacht nodig te hebben had genoteerd en… tevreden was over het resultaat.
Alsof het de kroonjuwelen waren overhandigde ze het boekje dat, ook bij regenachtig weer, in een schoudertas meeging op de fiets de rest van de ventwijk door.
Thuisgekomen werden de boodschappen bij elkaar gezocht en, per klant, in een kartonnen doos gedaan. Kaas werd gesneden op het gewenste gewicht, suiker werd afgewogen maar koffie werd wel al verpakt verkocht. Schoonmaakmiddelen zoals groene zeep en soda waren bestsellers.
Dan werden de dozen in de VW-bus geladen en bracht mijn vader ze rond in wat bij ons thuis ‘de boerenhoek’ werd genoemd. Die strekte langs de hele Communicatieweg tot in Assendelft en langs de Kleis tot bijna in Uitgeest.
Denk niet dat er bij aflevering werd betaald. Dat was niet zo. Betalen deden de klanten pas als er geld was. En er was pas geld als de boeren zelf iets hadden verkocht. Dus hield mijn vader, net als de boeren zelf, de akkers in de gaten om te weten of er al werd geoogst. En ook of er vee klaar stond voor de markt op dinsdagochtend in Purmerend. Als dat het geval was dan werd ik er op uit gestuurd om geld op te halen. Ik kwam lang niet overal even gelegen maar ik liet me niet makkelijk wegsturen. Ik was me bewust van het feit dat er na een lange winter ook bij ons geld op de plank moest komen om de leveranciers te kunnen betalen.
De klanten kochten op de lat en mijn ouders deden hetzelfde. Tot er op een of andere manier weer een opbrengst was die een kettingreactie van betalingen in beweging bracht.
Dat gebeurde elk jaar. Elk jaar was er de onzekerheid of alles wel weer kon worden betaald. En, in het beste geval, of er genoeg was voor kleding, schoenen én… de doorregen runderlappen bij de slager.
In tijden van het Coronavirus kunnen we nog gewoon naar de supermarkt waar veel meer dan zeep en soda te koop is. De handvatten van de winkelwagentjes en de winkelmandjes zijn nog nooit zo schoon geweest.
In deze tijd mag niks meer mee ‘op de lat’. Betalen moet en je doet dat met een kaartje dat piept als het geld van eigenaar is gewisseld. Omdat niemand nu mag dringen, is er tijd. Tijd voor een praatje met de kassière (als je voor acht uur gaat). Tijd om je boodschappen thuis rustig uit te pakken. Tijd om te bedenken wat je gaat eten en… er is tijd om eens rustig te gaan zitten en met een mooie pen, in jouw mooiste handschrift, te gaan schrijven. Een boodschappenlijstje? Misschien, én misschien ook een kaartje met een hartelijke groet voor iemand waaraan je denkt.
©Margreet Beemsterboer
Nieuwsbrief 3 april 2020
Ezels
Heemskerkers zijn ezels, maar waarom eigenlijk? Waar ligt de oorsprong van die vergelijking ?
Ezels hebben niet bepaald een goede reputatie. Behalve dat het lastdieren zijn, kunnen ze ook knap koppig, eigenzinnig en zelfs dom zijn. Is dat nu echt van toepassing op Heemskerkers?
Een koppig ezelverhaal gaat dat Heemskerkers te arm waren om een paard voor hun karretje te spannen en dus werd het een ezel. Maar er liepen geen ezeltjes voor de paardenwagens in Heemskerk dus dat verhaaltje kan naar het land van de fabeltjes.
In het land der fabelen wonen veel ezels.
‘De ezel, de stier en de koopman’ uit 1001 nacht; ‘De verstandige en eerlijke ezels’ uit de Joodse traditie; ‘De ezel en de wolf’, ‘De ezel en het everzwijn’, De ezel in de leeuwenhuid’, ‘Het paard en de ezel’, ‘Jupiter en de ezel’ en ‘De vader, de zoon en de ezel’ zijn fabels van Aesopus en La Fontaine vertelde over ‘De hond en de ezel’ en ‘De twee muilezels’.
Allemaal verhalen, vaak met een moraal, waarin de ezel (en de andere dieren) menselijke eigenschappen krijgen.
Hoe menselijk de Heemskerkse ezels ook zijn, ik heb ze in geen enkele fabel kunnen vinden.
Wat echt is gebeurd (…) is dat op 4 oktober 1873 de toenmalige burgemeester H. Zaalberg, tijdens een raadsvergadering, de Heemskerkse burgers ‘ezels’ noemt. De aanleiding is een provinciaal rapport waaruit blijkt dat het de hele agrarische sector en de middenstand in Heemskerk flink voor de wind gaat, maar dat die koppige, gierige en bekrompen ‘ezels’ niets willen doen aan verbeteringen van o.a. de nog vele onverharde wegen in het dorp.
Zo zie je maar… één keer een ezel, altijd een ezel. Gelukkig is er tussen toen en nu veel gebeurd en inmiddels kan elke inwoner van Heemskerk er trots op zijn een ezel te wezen.
Afsluitend een versje wat enkelen van jullie zich misschien nog herinneren uit de schooltijd:
DE EZEL
Op school was elke week één uur
Ook les in Kennis der Natuur.
En omdat dit zó vervelend was
Sliep dan vaak de halve klas.
De andre helft deed kattekwaad,
En meester wist zich vaak geen raad.
Hoe mooi en duidelijk hij 't ook zei,
Met veel gebaren er dan ook nog bij,
Het hielp het allemaal geen spier.
'Toe jongens,' zei hij, 'kijk eens hier.
Wij hadden 't over 't paard en de koe,
En zijn nu aan de ezel toe.'
Maar Klaasje Klomp, naast kleine Piet,
Zit op de laatste bank en luistert niet,
Hij kijkt maar steeds wat door het raam.
'Toe Klaas,' zegt meester, 'laat dat nou;
Wanneer ik over d' ezel praat,
Kijk je naar mij, maar niet op straat!'
Bronnen: Gemeente Heemskerk; https://meesterstukjes.50plusser.nl/; http://www.awn-beverwijk-heemskerk.nl/pdf/ezel.pdf
Heemskerkers zijn ezels, maar waarom eigenlijk? Waar ligt de oorsprong van die vergelijking ?
Ezels hebben niet bepaald een goede reputatie. Behalve dat het lastdieren zijn, kunnen ze ook knap koppig, eigenzinnig en zelfs dom zijn. Is dat nu echt van toepassing op Heemskerkers?
Een koppig ezelverhaal gaat dat Heemskerkers te arm waren om een paard voor hun karretje te spannen en dus werd het een ezel. Maar er liepen geen ezeltjes voor de paardenwagens in Heemskerk dus dat verhaaltje kan naar het land van de fabeltjes.
In het land der fabelen wonen veel ezels.
‘De ezel, de stier en de koopman’ uit 1001 nacht; ‘De verstandige en eerlijke ezels’ uit de Joodse traditie; ‘De ezel en de wolf’, ‘De ezel en het everzwijn’, De ezel in de leeuwenhuid’, ‘Het paard en de ezel’, ‘Jupiter en de ezel’ en ‘De vader, de zoon en de ezel’ zijn fabels van Aesopus en La Fontaine vertelde over ‘De hond en de ezel’ en ‘De twee muilezels’.
Allemaal verhalen, vaak met een moraal, waarin de ezel (en de andere dieren) menselijke eigenschappen krijgen.
Hoe menselijk de Heemskerkse ezels ook zijn, ik heb ze in geen enkele fabel kunnen vinden.
Wat echt is gebeurd (…) is dat op 4 oktober 1873 de toenmalige burgemeester H. Zaalberg, tijdens een raadsvergadering, de Heemskerkse burgers ‘ezels’ noemt. De aanleiding is een provinciaal rapport waaruit blijkt dat het de hele agrarische sector en de middenstand in Heemskerk flink voor de wind gaat, maar dat die koppige, gierige en bekrompen ‘ezels’ niets willen doen aan verbeteringen van o.a. de nog vele onverharde wegen in het dorp.
Zo zie je maar… één keer een ezel, altijd een ezel. Gelukkig is er tussen toen en nu veel gebeurd en inmiddels kan elke inwoner van Heemskerk er trots op zijn een ezel te wezen.
Afsluitend een versje wat enkelen van jullie zich misschien nog herinneren uit de schooltijd:
DE EZEL
Op school was elke week één uur
Ook les in Kennis der Natuur.
En omdat dit zó vervelend was
Sliep dan vaak de halve klas.
De andre helft deed kattekwaad,
En meester wist zich vaak geen raad.
Hoe mooi en duidelijk hij 't ook zei,
Met veel gebaren er dan ook nog bij,
Het hielp het allemaal geen spier.
'Toe jongens,' zei hij, 'kijk eens hier.
Wij hadden 't over 't paard en de koe,
En zijn nu aan de ezel toe.'
Maar Klaasje Klomp, naast kleine Piet,
Zit op de laatste bank en luistert niet,
Hij kijkt maar steeds wat door het raam.
'Toe Klaas,' zegt meester, 'laat dat nou;
Wanneer ik over d' ezel praat,
Kijk je naar mij, maar niet op straat!'
Bronnen: Gemeente Heemskerk; https://meesterstukjes.50plusser.nl/; http://www.awn-beverwijk-heemskerk.nl/pdf/ezel.pdf
Nieuwsbrief 24 april 2020
Het verhaal van de vrouw die de roadtrip uitvond
In 1888 begon Bertha Benz aan wat de eerste roadtrip ooit zou worden. Een enorm succesvolle publiciteitsstunt voor het worstelende bedrijf van Karl Benz: Bertha's lange-afstandsreis liet honderden mensen kennismaken met het plezier van autorijden. Hier is het verhaal van de eerste roadtrip ter wereld en de vrouwelijke pionier die dit voor elkaar heeft gekregen.
Bertha Ringer ontmoette Karl Benz op een dieptepunt in het leven van de autofabrikant. Benz had de fout gemaakt om met ene August Ritter een samenwerking aan te gaan maar Ritter bleek een onbetrouwbare zakenpartner. Bertha, een onafhankelijke rijke vrouw, redde Benz. Nadat ze getrouwd waren, beheerde Karl Benz haar vermogen, maar Bertha ondersteunde de ambities van haar man, zowel als zakenpartner en als vernieuwer in de auto-industrie.
Misschien was de belangrijkste bijdrage van Bertha wel de neus voor marketing die bij Benz helaas ontbrak. Benz was een briljant ingenieur - hij vond de eerste bruikbare auto uit: de Benz Patent Motorcar - maar hij wist niet hoe hij zijn creaties aan de man moest brengen.
Bertha besloot het heft in eigen handen te nemen en op een zonnige dag in augustus 1888 schreef ze geschiedenis door de allereerste roadtrip te voltooien.
In de huidige wereld van langeafstandsvluchten lijkt Bertha's reis van Mannheim naar Pforzheim is niet zo indrukwekkend. In 1888 was het echter baanbrekend. De route was 106 km, een afstand die nog nooit eerder door een auto was afgelegd. Zo'n prestatie kreeg gegarandeerd de aandacht van motorliefhebbers over de hele wereld. Bertha's officiële reden om de route te rijden was om haar moeder te bezoeken, maar er kan geen twijfel over bestaan dat ze opzettelijk op zoek was naar een goede demonstratie van de uitvinding van haar man.
Bertha werd vergezeld door haar twee tienerzonen, Richard en Eugene, maar vertelde haar man niet dat ze van plan was om het ritje te maken in zijn Patent-Motorwagen Nr. 3. Dit werd als een nogal gedurfde stap beschouwd, omdat van vrouwen werd verwacht (en in sommige gevallen wettelijk verplicht) om toestemming van hun man te krijgen voordat ze lange reizen ondernamen. In plaats daarvan liet Bertha Benz een briefje achter en ging op weg. Bertha reed over de stoffige, onverharde paden die bedoeld waren om door paarden te worden gebruikt en ze moest al haar technisch vernuft inzetten om de auto aan de praat te houden; inclusief het gebruik van een haarspeld om een verstopte brandstofleiding schoon te maken.
Twaalf uur nadat ze waren vertrokken, bereikten Bertha, Richard en Eugene het huis van Bertha's moeder. Ze hadden 106 km afgelegd, de Patent-Motorwagen Nr. 3 geïntroduceerd bij honderden potentiële klanten en autogeschiedenis geschreven.
Nadat Karl hoorde dat zijn vrouw en zonen de auto tijdens sommige delen van de route bergop moesten duwen, werd Benz geïnspireerd om het eerste versnellingssysteem voor een auto te maken. En Bertha kreeg de vermelding voor haar eigen uitvinding: remblokken. De houten remmen van de auto waren zo versleten dat Bertha naar verluidt een plaatselijke schoenmaker had gevraagd de remmen met leer te bedekken voordat ze weer op huis aan wilde gaan.
Bron: catawiki/stories, Beula.
Bertha Ringer ontmoette Karl Benz op een dieptepunt in het leven van de autofabrikant. Benz had de fout gemaakt om met ene August Ritter een samenwerking aan te gaan maar Ritter bleek een onbetrouwbare zakenpartner. Bertha, een onafhankelijke rijke vrouw, redde Benz. Nadat ze getrouwd waren, beheerde Karl Benz haar vermogen, maar Bertha ondersteunde de ambities van haar man, zowel als zakenpartner en als vernieuwer in de auto-industrie.
Misschien was de belangrijkste bijdrage van Bertha wel de neus voor marketing die bij Benz helaas ontbrak. Benz was een briljant ingenieur - hij vond de eerste bruikbare auto uit: de Benz Patent Motorcar - maar hij wist niet hoe hij zijn creaties aan de man moest brengen.
Bertha besloot het heft in eigen handen te nemen en op een zonnige dag in augustus 1888 schreef ze geschiedenis door de allereerste roadtrip te voltooien.
In de huidige wereld van langeafstandsvluchten lijkt Bertha's reis van Mannheim naar Pforzheim is niet zo indrukwekkend. In 1888 was het echter baanbrekend. De route was 106 km, een afstand die nog nooit eerder door een auto was afgelegd. Zo'n prestatie kreeg gegarandeerd de aandacht van motorliefhebbers over de hele wereld. Bertha's officiële reden om de route te rijden was om haar moeder te bezoeken, maar er kan geen twijfel over bestaan dat ze opzettelijk op zoek was naar een goede demonstratie van de uitvinding van haar man.
Bertha werd vergezeld door haar twee tienerzonen, Richard en Eugene, maar vertelde haar man niet dat ze van plan was om het ritje te maken in zijn Patent-Motorwagen Nr. 3. Dit werd als een nogal gedurfde stap beschouwd, omdat van vrouwen werd verwacht (en in sommige gevallen wettelijk verplicht) om toestemming van hun man te krijgen voordat ze lange reizen ondernamen. In plaats daarvan liet Bertha Benz een briefje achter en ging op weg. Bertha reed over de stoffige, onverharde paden die bedoeld waren om door paarden te worden gebruikt en ze moest al haar technisch vernuft inzetten om de auto aan de praat te houden; inclusief het gebruik van een haarspeld om een verstopte brandstofleiding schoon te maken.
Twaalf uur nadat ze waren vertrokken, bereikten Bertha, Richard en Eugene het huis van Bertha's moeder. Ze hadden 106 km afgelegd, de Patent-Motorwagen Nr. 3 geïntroduceerd bij honderden potentiële klanten en autogeschiedenis geschreven.
Nadat Karl hoorde dat zijn vrouw en zonen de auto tijdens sommige delen van de route bergop moesten duwen, werd Benz geïnspireerd om het eerste versnellingssysteem voor een auto te maken. En Bertha kreeg de vermelding voor haar eigen uitvinding: remblokken. De houten remmen van de auto waren zo versleten dat Bertha naar verluidt een plaatselijke schoenmaker had gevraagd de remmen met leer te bedekken voordat ze weer op huis aan wilde gaan.
Bron: catawiki/stories, Beula.
Nieuwsbrief 8 mei 2020

Netwerken in de zestiende eeuw
De oudste Poesiealbums heten
ALBUM AMICORUM (vriendenalbum).
Ze waren voor ‘mannen van stand’ die ze, van oorsprong in Duitsland, al in de zestiende eeuw gebruikten. Ook in Nederland werden de boekjes heel populair vanaf 1560. In de 17de eeuw verloor het album populariteit maar in de 18de eeuw vonden vooral mannelijke studenten het album opnieuw uit.
Met zorg gekozen citaten van teksten uit de literatuur, vaak met een persoonlijke noot, vonden een plaatsje in het album van bevriende studenten.
Natuurlijk werden de boekjes met elkaar vergeleken.
De inbreng van een medestudent van gegoede stand verhoogde de waarde van een album. De connectie hielp een plekje te verwerven op de maatschappelijke ladder.
Ook de kunstzinnige bijdragen konden de status van het album danig verhogen. Mooie kunstzinnige uitingen zoals potloodtekeningen, schoonschrift, aquarellen, knipsels en zelfs borduurwerkjes werden voor het album van een goede vriend of (later ook) vriendin gemaakt.
Mogelijk ligt hier de oorzaak van het laten maken van doosjes, altijd in de vorm van een boekje, met daarin losse velletjes papier. Door een los blaadje af te geven met het verzoek om een bijdrage aan het album, bleven eerdere bijdragen privé.
Zoals je kunt verwachten, zijn deze alba amicorum (meervoud) verzamelitems geworden. Veruit de grootste openbare verzameling wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Voor mensen met computer is het leuk om te klikken op de volgende ‘link’waar de alba amicorum van de familie van Harinkxma thoe Slooten te zien zijn met veel plaatjes van wat er in de boekjes (doosjes) zat.
https://www.kb.nl/themas/vriendenboeken/alba-amicorum-van-harinxma-thoe-slooten
Bij de foto's onder aan dit artikel zie je een prachtig knipsel en, uit hetzelfde album, een zo mogelijk nog mooier borduurwerkje. Verder zie je een ander albumdoosje met schoonschriften en potloodtekeningen die gemaakt zijn voor iemand die in het midden van de negentiende eeuw naar Indië trok. Het boekje gold als afscheid voor het leven.
Bekijk ook de diavoorstelling onder aan dit artikel. Wil je een plaatje beter bekijken, klik dan op de pauzeknop.
Zou je zelf een (nieuw gemaakt en nog leeg) album amicorum willen bezitten, neem dan contact op met de groepsleider ‘Boekbinden’ bij Handen Ineen ,tel. 0251 232383.
De oudste Poesiealbums heten
ALBUM AMICORUM (vriendenalbum).
Ze waren voor ‘mannen van stand’ die ze, van oorsprong in Duitsland, al in de zestiende eeuw gebruikten. Ook in Nederland werden de boekjes heel populair vanaf 1560. In de 17de eeuw verloor het album populariteit maar in de 18de eeuw vonden vooral mannelijke studenten het album opnieuw uit.
Met zorg gekozen citaten van teksten uit de literatuur, vaak met een persoonlijke noot, vonden een plaatsje in het album van bevriende studenten.
Natuurlijk werden de boekjes met elkaar vergeleken.
De inbreng van een medestudent van gegoede stand verhoogde de waarde van een album. De connectie hielp een plekje te verwerven op de maatschappelijke ladder.
Ook de kunstzinnige bijdragen konden de status van het album danig verhogen. Mooie kunstzinnige uitingen zoals potloodtekeningen, schoonschrift, aquarellen, knipsels en zelfs borduurwerkjes werden voor het album van een goede vriend of (later ook) vriendin gemaakt.
Mogelijk ligt hier de oorzaak van het laten maken van doosjes, altijd in de vorm van een boekje, met daarin losse velletjes papier. Door een los blaadje af te geven met het verzoek om een bijdrage aan het album, bleven eerdere bijdragen privé.
Zoals je kunt verwachten, zijn deze alba amicorum (meervoud) verzamelitems geworden. Veruit de grootste openbare verzameling wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Voor mensen met computer is het leuk om te klikken op de volgende ‘link’waar de alba amicorum van de familie van Harinkxma thoe Slooten te zien zijn met veel plaatjes van wat er in de boekjes (doosjes) zat.
https://www.kb.nl/themas/vriendenboeken/alba-amicorum-van-harinxma-thoe-slooten
Bij de foto's onder aan dit artikel zie je een prachtig knipsel en, uit hetzelfde album, een zo mogelijk nog mooier borduurwerkje. Verder zie je een ander albumdoosje met schoonschriften en potloodtekeningen die gemaakt zijn voor iemand die in het midden van de negentiende eeuw naar Indië trok. Het boekje gold als afscheid voor het leven.
Bekijk ook de diavoorstelling onder aan dit artikel. Wil je een plaatje beter bekijken, klik dan op de pauzeknop.
Zou je zelf een (nieuw gemaakt en nog leeg) album amicorum willen bezitten, neem dan contact op met de groepsleider ‘Boekbinden’ bij Handen Ineen ,tel. 0251 232383.